Intro: klassieke stedenbouw
Dorpscentra en binnensteden zijn geleidelijk ontstaan. Dat pleit voor veranderingen langs lijnen van geleidelijkheid, bij voorkeur door kleinschalige initiatieven. Deze moeten ingebed kunnen worden in een stedenbouwkundig plan met een duidelijke hoofdstructuur en ruimte voor variatie. Dit is de door Obbe Norbruis bepleite “organische” stedenbouw, die vaak haaks staat op het ontwikkelen van omvangrijke bouwprojecten, die een stad of dorp naar hun hand kunnen zetten. Wij gaan eerst op zoek naar de bestaande kernkwaliteiten binnen en buiten het studiegebied, zoals binnen het hierboven afgebeelde Baarn. Die vertalen we in spelregels voor nieuwe invullingen, wat betreft hoogte, rooilijn, vorm en dergelijke. Met dit klassieke en beproefde stedenbouwkundige principe ontstaat het beeld van met zorg vormgegeven openbare ruimtes, stedelijke accenten en harmonieuze relaties met de directe omgeving.